Stichting X exploiteert verzorgingshuizen. Bij separate beschikkingen heeft de inspecteur voor de jaren 2007, 2008 en 2009 de voor stichting X in die jaren geldende percentages gedifferentieerde premie WGA vastgesteld. Naar aanleiding van door het Uwv uitgevoerde controle is gebleken dat stichting X over de jaren 2007 tot en met 2009 te weinig gedifferentieerde premie heeft afgedragen omdat niet alle uitkeringen krachtens de WAO en de WGA van de nevenvestigingen van stichting X zijn meegenomen. Gevolg is de in geschil zijnde naheffingsaanslag in de gedifferentieerde premie volksverzekeringen met heffingsrente waartegen stichting X in beroep komt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Stichting X komt in hoger beroep. Hof Den Haag stelt voorop dat de rechtbank ten onrechte heeft beslist dat het beroep van X alleen is gericht tegen de heffingsrentebeschikking en niet tegen de naheffingsaanslag. Op de zitting hebben partijen verklaard akkoord te gaan om aan te sluiten bij de uitspraak van Hof Amsterdam in een soortgelijke zaak, tegen welke uitspraak geen beroep in cassatie is ingesteld. In de procedure voor Hof Amsterdam doet zich de situatie voor dat nieuwe beschikkingen zijn afgegeven waarbij de percentages van de gedifferentieerde premies ten opzichte van eerdere beschikkingen zijn verhoogd. Hof Amsterdam heeft beslist dat de inspecteur niet bevoegd is om die beschikkingen te nemen. Omdat de met die beslissing beantwoorde rechtsvraag volgens het hof overeenkomt met de hier voorliggende rechtsvraag, gevoegd bij het feit dat de beslissing van Hof Amsterdam alleen is gegrond op de wettelijke onmogelijkheid van herziening, vernietiging of vervanging van een beschikking, is het gelijk aan X. Het hoger beroep van X is gegrond. De naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente worden vernietigd.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 38
Wet financiering sociale verzekeringen 37
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 25 september