Belanghebbende, X, behaalt in 2003 een positief belastbaar inkomen uit werk een woning en in 2006 een negatief. In 2008 wordt het verlies uit 2006 verrekend met het inkomen van 2003. Dat gebeurt middels een verliesverrekeningsbeschikking. In 2009 legt de inspecteur aan X eerst een navorderingsaanslag 2006 op waarbij het inkomen uit werk en woning wordt vastgesteld op € 3.342. Daarna legt de inspecteur een navorderingsaanslag over 2003 op, waarbij de ‘verliesverrekening' wordt teruggenomen. X stelt dat de inspecteur niet bevoegd was de navorderingsaanslag over 2003 op te leggen. Rechtbank Leeuwarden is het met X eens, want de inspecteur is pas tot navordering van het verlies uit 2003 bevoegd wanneer hij eerst het verlies over 2006 middels een voor bezwaar vatbare beschikking heeft herzien (de verliesherzieningsbeschikking).
Hof Leeuwarden bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Omdat de inspecteur niet eerst de verliesvaststellingsbeschikking over 2006 ongedaan heeft gemaakt via een verliesherzieningsbeschikking, was de inspecteur niet bevoegd om de navorderingsaanslag 2003 op te leggen. Het standpunt van de inspecteur dat de verliesherzieningsbeschikking besloten ligt in de navorderingsaanslag van 2006, snijdt geen hout.
Lees ook het thema Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.