Rechtbank Den Haag oordeelt dat X, door de verrekening van de vordering met de pensioenaanspraak, loon heeft genoten. De rechtbank stelt daarbij vast dat X een aanspraak ingevolge een pensioenregeling op A bv had.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. A bv houdt aandelen in B bv. Vanaf 2006 boekt A bv bedragen op de balans in verband met een pensioenvoorziening. Na het faillissement van B bv wordt besloten om A bv te ontbinden. Hierbij wordt ook besloten om de vordering van A bv op X ten laste van het resultaat af te boeken en de pensioenverplichting ten gunste van het resultaat te boeken. De inspecteur is van mening dat de pensioenaanspraak is afgekocht of vervreemd en op grond van art. 19b lid 1 onderdeel b Wet LB 1964 tot het loon moet worden gerekend. X stelt dat er geen rechtmatige pensioenvoorziening is afgesloten, omdat er geen pensioenbrief of -overeenkomst gevonden is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X, door de verrekening van de vordering met de pensioenaanspraak, loon heeft genoten. De rechtbank stelt daarbij vast dat X een aanspraak ingevolge een pensioenregeling op A bv had. De rechtbank overweegt daarbij dat het, gezien de positie van X bij A bv, niet anders kan zijn dan dat de voorziening is getroffen om een pensioenvoorziening voor X te treffen. Volgens de rechtbank is niet van belang dat een formele overeenkomst of pensioenbrief ontbreekt. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 21 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen