Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar mocht aannemen dat X afzag van het recht om te worden gehoord nadat hij niet reageerde op twee voicemails.

Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting. In hoger beroep is in geschil of de hoorplicht is geschonden. Op twee voicemails van de heffingsambtenaar wordt niet gereageerd en de ontvangst van een brief waarin X wordt gevraagd een afspraak in te plannen wordt ontkend.

Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar mocht aannemen dat X afzag van het recht om te worden gehoord. Vaststaat dat de zaak door de rechtbank is teruggewezen naar de heffingsambtenaar om X in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. Vóór de uitspraak van de rechtbank heeft de gemachtigde toegezegd na de terugwijzing zijn verhinderdata door te geven. Het enkel niet reageren op een verzoek om binnen een bepaalde termijn te reageren is in principe niet voldoende om aan te nemen dat afgezien wordt van het horen. Door bijkomende omstandigheden kan dit echter anders zijn. Het hof acht het aannemelijk dat de heffingsambtenaar tweemaal voicemailberichten heeft achtergelaten bij de gemachtigde met het verzoek om contact op te nemen om een afspraak voor een hoorgesprek te maken. Onder deze omstandigheden is de hoorplicht niet geschonden. Het hof merkt op dat de gedragingen van de gemachtigde in deze zaak neigen naar misbruik van procesrecht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 22 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

421

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen