Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de loonheffingen niet uiterlijk op de uiterste betaaldata zijn bijgeschreven op de bankrekening van de Belastingdienst.
Aan X bv zijn wegens het niet tijdig betalen van loonheffingen twee betaalverzuimboeten opgelegd van € 1985 (3% van € 66.173) en van € 2220 (3% van 74.004). X bv stelt stelt dat de betalingen wel tijdig hebben plaatsgevonden. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de datum van ontvangst bij de Belastingdienst doorslaggevend. Aantekeningen in het interne systeem van de Belastingdienst zijn daartoe echter onvoldoende bewijs. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de loonheffingen niet uiterlijk op de uiterste betaaldata zijn bijgeschreven op de bankrekening van de Belastingdienst. De inspecteur beroept zich met succes op de gegevens in de Centrale ontvangersadministratie (COA) en het Geldverkeer archief systeem (GAS). Conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur worden boeten van € 549 en € 451 passend en geboden geacht. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 23
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 1 maart