Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2020 de huidige kleineondernemingsregeling (KOR) in de Wet OB 1968 te moderniseren door de introductie van een facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling van omzetbelasting (OVOB). Het Ministerie van Financiën heeft het conceptwetsvoorstel ter internetconsultatie vrijgegeven.

De facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling moet de heffing van btw bij ondernemers met een geringe omzet een stuk eenvoudiger maken. Handmatige (her)berekeningen, die noodzakelijk zijn voor toepassing van de degressieve vermindering in de KOR, vervallen.

De kern van de OVOB is dat een ondernemer, die onder de omzetgrens blijft en ervoor kiest om de OVOB toe te passen, geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers. Hij kan de btw die andere ondernemers hem in rekening brengen niet in aftrek brengen. Ondernemers die voor de OVOB kiezen, zijn als hoofdregel ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen met betrekking tot de door hen verrichte goederenleveringen en diensten in Nederland. Dit geldt ook voor intracommunautaire leveringen die deze ondernemer verricht, waarbij de plaats van levering in Nederland ligt. Ondernemers die de OVOB niet (kunnen) toepassen, doen op reguliere wijze btw-aangifte. De mogelijkheid tot het doen van jaaraangifte in de btw vervalt.

Belanghebbenden kunnen tot 1 mei 2018 op het conceptwetsvoorstel reageren.

[Nieuwsbron][Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen