Aan X zijn WOZ-beschikkingen afgegeven voor zijn woning voor de belastingjaren 2005-2006, 2007 en 2008. De rechtbank heeft het beroep tegen de aanslagen OZB 2005 en 2006 niet-ontvankelijk verklaard en de andere beroepen ongegrond verklaard. In hoger beroep zijn alle jaren weer in geschil.
Hof Arnhem verklaart X niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. X heeft 5 maal verzocht om uitstel van de zitting. Deze verzoeken zijn steeds ingewilligd. Na overleg tussen de griffier en partijen, zijn partijen op 19 augustus 2011 uitgenodigd voor het onderzoek ter zitting van 22 november 2011. De echtgenote van X heeft op 18 november 2011 verzocht om uitstel van het onderzoek ter zitting, omdat X zijn ontslag aangezegd heeft gekregen. De echtgenote van X heeft op 21 november 2011 telefonisch contact gehad met de griffier. Hierin heeft het hof opnieuw kenbaar gemaakt dat geen uitstel wordt verleend. X heeft hierop telefonisch contact met de griffier opgenomen en meegedeeld de hoger beroepen in te trekken indien geen uitstel van de zitting wordt verleend. Dit is schriftelijk bevestigd. Het hof heeft besloten geen uitstel van het onderzoek ter zitting te verlenen. Niet aannemelijk is dat X andere afspraken had of dat hij "compleet is ingestort". Daarmee is aan de voorwaarde voor intrekking van de beroepen voldaan. Een rechtsgeldige intrekking van het hoger beroep heeft tot gevolg dat het geding eindigt. Dan kan een uitspraak op dat hoger beroep achterwege blijven. In dit geval echter, waarin X zijn hoger beroepen voorwaardelijk heeft ingetrokken, waarbij de voldoening aan de voorwaarde afhankelijk is van een beslissing van het hof, heeft het hof besloten zijn constatering van die intrekking neer te leggen in een uitspraak, zodat degene die zich daarmee niet kan verenigen daartegen een rechtsmiddel kan aanwenden.