Het introduceren van een vermogensaftrek is geen oplossing voor het stimuleren van financiering met eigen vermogen, mede gezien de beperkte effectiviteit van de earningsstrippingmaatregel hierop. Dit schrijft Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën in antwoord op vragen van het lid Van Eijk (VVD) over de monitoringsbrief van de effecten van de aanpak van belastingontwijking.

Uit onderzoek blijkt dat een nationale invoering van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting onder meer niet wenselijk is omdat het belastingontwijking in de hand kan werken. Daarnaast is het budgettaire beslag van een vermogensaftrek van belang. De staatssecretaris gaat verder uitgebreid in op de samenloop van de aanvullende CFC-maatregel met andere wettelijke maatregelen dan de Wet minimumbelasting 2024. Hieruit blijkt dat sprake is van samenloop van de aanvullende CFC-maatregel met de herwaarderingsverplichting van niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen. Ook bestaat samenloop met de hybride mismatchmaatregelen die voortvloeien uit ATAD2. Gezien het doel van deze regelingen, het voorkomen van belastingontwijking, is er bewust voor gekozen om niet te voorzien in een samenloopregeling om dubbele belasting te voorkomen.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13ab

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 20 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

817

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen