Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de investering in het tweede retentiebassin en de kosten van de afkoppeling van het hemelwater ten onrechte heeft aangemerkt als uitbreidingsinvesteringen. 

X bv is het niet eens met aanslagen rioolheffing die de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort aan haar heeft opgelegd. X bv stelt dat de gemeente bij de rioolheffing de opbrengstnorm heeft geschonden. Rechtbank Midden-Nederland volgt het standpunt van X bv dat de kosten van de aanleg van een tweede retentiebassin en de kosten van de afkoppeling van het hemelwater op twee plaatsen uitbreidingsinvesteringen zijn die niet via de rioolheffing mogen worden verhaald. Na eliminatie van de uitbreidingsinvesteringen is er sprake is van een limietoverschrijding van 3,7%.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de investering in het tweede retentiebassin en de kosten van de afkoppeling van het hemelwater ten onrechte heeft aangemerkt als uitbreidingsinvesteringen. De heffingsambtenaar betoogt dat de aanleg van een tweede retentiebassin geschiedt in het kader van de vergroting van de bergingscapaciteit van de bestaande riolering en dat de afkoppeling van het hemelwater in een tweetal projecten zal plaatsvinden in het licht van de nieuwe regelgeving ter zake. Het hof acht aannemelijk dat de kosten van deze projecten, en daarmee de reserveringen in het fonds openbare ruimte, verband houden met vervanging en onderhoud van het bestaande rioleringsstelsel. De gemeente mag deze kosten dus onderbrengen in de rioolheffing. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen