De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een wetsvoorstel tot aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie alsmede in verband met de uitbreiding van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad bij de Tweede Kamer ingediend.

Kamerstukken II 2014/15, 34237 (R2054), nrs. 1-3  

Eerder zijn wetsvoorstellen Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) ingediend (Kamerstukken 34059, V-N 2014/62.2 en 34138). Deze beogen de vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht. Met het nu ingediende wetsvoorstel worden procesrechtelijke bepalingen in een klein aantal rijkswetten in technische zin aangepast aan de wetsvoorstellen KEI. Daarnaast is een invoeringswet opgesteld voor de overige, niet als rijkswet te kwalificeren wetten (Kamerstukken 34 212, V-N 2015/28.10). Verder wordt via deze rijkswet de Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad uitgebreid tot het Caribisch deel van het Koninkrijk. Hiermee krijgen het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Gerechten in eerste aanleg de bevoegdheid om in civielrechtelijke procedures prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

Editie: 28 juli

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen