Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland legt aan X een aanslag watersysteemheffing en zuiveringsheffing over het belastingjaar 2017 van € 273,90 op. X heeft kwijtschelding aangevraagd maar deze is afgewezen. X gaat in beroep, 21 december 2018 is het beroep ongegrond verklaard. Op 16 februari 2019 is € 62 invorderingskosten opgelegd. In geschil is of de invorderingskosten terecht zijn.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de invorderingskosten terecht in rekening zijn gebracht. X stelt dat dat de kwijtscheldingsprocedure niet rechtsgeldig is afgesloten en dat daarom de invorderingskosten onterecht zijn. De rechtbank verwerpt deze grief omdat het kwijtscheldingsverzoek op 21 december 2018 is afgewezen en daarmee afgesloten. Hiermee eindigt het uitstel van betaling. Het beroep van X is dan ook ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:119
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 15 juni