Per 1 april 2016 treden twee bepalingen van de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit (Stb. 2013, 567, V-N 2014/4.3.3) in werking. Het gaat om wijzigingen van de AWR en van de Awir.

Art. 13 lid 5 onderdeel b AWR biedt de inspecteur de bevoegdheid om af te zien van het opleggen van een voorlopige aanslag of een voorlopige aanslag op te leggen tot een ander bedrag indien de belastingplichtige een vergrijp heeft begaan waarvoor hem een bestuurlijke boete is opgelegd. Art. 16 lid 7 eerste volzin onderdeel b en tweede volzin, Awir biedt de Belastingdienst/Toeslagen de bevoegdheid om af te zien van het verlenen van een voorschot of een voorschot te verlenen tot een ander bedrag indien de belanghebbende niet of niet tijdig aangifte voor de inkomstenbelasting heeft gedaan en de inspecteur om die reden geen voorlopige aanslag heeft opgelegd of deze tot een ander bedrag heeft opgelegd.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 1 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen