Uitbetaling van inkomstenbelasting of omzetbelasting of van een voorschot of tegemoetkoming van een toeslag dient voortaan plaats te vinden op een daartoe door de belastingschuldige of belanghebbende bestemde bankrekening die op zijn naam staat. Daarnaast kan niet meer dan één bankrekening worden bestemd voor de uitbetaling van inkomstenbelasting en voor voorschotten of tegemoetkomingen van toeslagen. Enkele wijzigingen van de Invorderingswet 1990 en van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) hiertoe treden per 1 december 2013 in werking. 

Besluit van 25 november 2013, Stb. 2013, 468  

In bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen kunnen voor de uitbetalingen van een voorschot of tegemoetkoming door de Belastingdienst/Toeslagen uitzonderingen worden gemaakt. Hiervan is gebruik gemaakt in een wijziging van de Uitvoeringsregeling Awir. Voor deze uitzonderingen geldt dan wel een hoofdelijke aansprakelijkheid bij de derde op wiens bankrekening het voorschot of de tegemoetkoming wordt uitbetaald. Verder wordt in de Invorderingswet 1990 een uitbetalingsvoorschrift opgenomen dat regelt dat bij uitbetaling aan een fiscale eenheid aan elk van de afzonderlijke onderdelen bevrijdend kan worden betaald.

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 7a

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 2 december

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen