Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de A1-verklaring is opgelegd in overeenstemming met art. 12 lid 1 EG-verordening 883/2004. Bij het opleggen van de definitieve aanslag zijn terecht premies Anw en Wlz geheven.

X heeft de Duitse nationaliteit en woont in Bulgarije. Hij is van 1 januari 2017 tot 31 juli 2017 in dienst van een in Nederland gevestigde bv, die hem detacheert bij een bedrijf in België. Voor deze periode beschikt X over een A1-verklaring waarin het Nederlandse sociale verzekeringsstelsel op hem van toepassing is verklaard. In geschil is of X van 1 januari 2017 tot 31 juli 2017 premieplichtig is voor de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Algemene nabestaandenwet (Anw). In zijn aangifte stelt X niet verplicht verzekerd te zijn voor de volksverzekeringen. Bij de voorlopige aanslag zijn de betreffende premies aan hem terugbetaald. Bij de definitieve aanslag is dit gecorrigeerd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep in Bulgarije een ziektekostenverzekering te hebben.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de A1-verklaring is opgelegd in overeenstemming met art. 12 lid 1 EG-verordening 883/2004. Bij het opleggen van de definitieve aanslag zijn terecht premies Anw en Wlz geheven. De inspecteur heeft bij het opleggen van de voorlopige aanslag een minder verstrekkende onderzoeksplicht en mag uitgaan van de gegevens die X verstrekt. De premies hebben geen betrekking op een ziektekostenverzekering. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 2

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Internationale sociale zekerheid, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 24 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

227

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen