Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de facturen die de inspecteur bij de nieuwe eigenaar heeft ingezien als stukken van het geding zijn aan te merken.

De heer X exploiteert in vof-verband met zijn echtgenote een hotel-restaurant. In 2000 wordt de onderneming met (boek)winst verkocht. Volgens X moet in dat jaar alsnog ruim € 100.000 aan onderhoudskosten in mindering worden gebracht op deze winst. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X het vermoeden dat de verbouwing niet voor zijn rekening en risico is verricht onvoldoende heeft weerlegd. De verbouwing is namelijk niet in de jaarrekening over 2000 opgenomen en volgens de nieuwe eigenaar heeft juist hij de verbouwing laten uitvoeren. De Hoge Raad, 22 februari 2008, nr. 43 290 (inzake de procedure van de echtgenote), wijst de zaak op formele gronden terug naar de inspecteur. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de facturen die de inspecteur bij de nieuwe eigenaar heeft ingezien als stukken van het geding zijn aan te merken. Uit het oogpunt van een eerlijk proces is het namelijk onaanvaardbaar dat de inspecteur bij een derde stukken inziet en daaraan een voor X nadelige conclusie kan verbinden. De inspecteur kan zich niet onttrekken aan zijn plicht om deze stukken over te leggen door deze eenvoudigweg niet (in kopie) aan zijn dossier te voegen. Ofschoon de bevindingen van het onderzoek bij de nieuwe eigenaar niet als bewijs mogen worden gebruikt, wordt X toch in het ongelijk gesteld. Het bewijs dat X valse facturen heeft gebruikt, is namelijk overvloedig.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen