Gemeente X ontvangt vergoedingen van Stichting Afvalfonds Verpakkingen (SAV) in verband met het inzamelen en verwerken van huishoudelijk verpakkingsafval. SAV schakelt daarbij stichting A in om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk gemeenten huishoudelijk verpakkingsafval inzamelen en verwerken. De inspecteur is van mening dat gemeente X met deze werkzaamheden een economische activiteit verricht en dat BTW is verschuldigd. Gemeente X neemt het standpunt in dat als zij niet als overheid optreedt en dat haar werkzaamheden onder de verleggingsregeling van art. 24bb lid 1 onderdeel d Uitvoeringsbesluit OB 1968 vallen.
Hof Amsterdam oordeelt dat gemeente X met het inzamelen en verwerken van huishoudelijk verpakkingsafval een economische activiteit verricht die onder de verleggingsregeling van art. 24bb lid 1 onderdeel d Uitvoeringsbesluit OB 1968 valt. Op basis van een rechtsbetrekking verleent de gemeente diensten onder bezwarende titel voor het verpakkend bedrijfsleven. Bij het scheiden van verpakkingsafval handelt de gemeente niet als overheid. De werkzaamheden met betrekking tot het afval kwalificeren als zogenoemde verwerkingsdiensten, zoals bedoeld in art. 24bb lid 1 onderdeel d Uitvoeringsbesluit OB 1968. Dit ondanks dat de werkzaamheden van gemeente X niet gepaard gaan met de levering van het afval. Het hoger beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 7
Wet op de omzetbelasting 1968 12
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 24bb