Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de aparte verzoekprocedure om Irimie-terugbetalingsrente te krijgen niet in overeenstemming is met het EU-recht. Art. 28c Inv. 1990 en art. 30ha AWR moeten dus buiten toepassing blijven.

De heer X doet in september 2011 BPM-aangifte vanwege de registratie van een gebruikte uit Duitsland afkomstige personenauto. X voldoet aldus € 2.644 aan BPM. Aanvankelijk is zijn bezwaar tegen de voldoening niet-ontvankelijk verklaard. In beroep komt de inspecteur hierop terug en verleent alsnog een teruggaaf van € 356. Volgens Rechtbank Den Haag claimt X ten onrechte vergoeding van de werkelijke proceskosten en is zijn beroep ook voor het overige ongegrond. X gaat in hoger beroep. Inmiddels is niet meer in geschil dat X recht heeft op een extra teruggaaf van € 206 wegens strijd met het EU-recht.

Hof Den Haag oordeelt dat de aparte verzoekprocedure om Irimie-terugbetalingsrente te krijgen (art. 28c Inv. 1990) niet in overeenstemming is met het EU-recht en dat de wettelijke bepaling hierover buiten toepassing moeten blijven. Bij een normale teruggaafbeschikking hoeft namelijk geen afzonderlijk verzoek om een rentevergoeding gedaan te worden. De termijn waarbinnen het verzoek moet worden ingediend, zijnde binnen zes weken na de teruggaafbeschikking, is bovendien fataal. Het verzoek moet bovendien bij een ander bestuursorgaan - de ontvanger in plaats van de inspecteur - worden ingediend. Als de inspecteur in strijd met het EU-recht geheven belasting teruggeeft, dan moet direct bij voor bezwaar vatbare beschikking alle te vergoeden rente worden vastgesteld. Anders kan hierdoor een aparte procedure ontstaan, die niet synchroon loopt met de eventuele procedure over de teruggaaf. Art. 28c Inv. 1990 en art. 30ha AWR moeten daarom buiten toepassing blijven. Het beroep van X is in zoverre gegrond. Voor de reeds terugbetaalde € 356 wordt Irimie-terugbetalingsrente berekend vanaf 1 oktober 2011 tot 12 april 2012. Voor de nog terug te betalen € 206 wordt de rente berekend vanaf 1 oktober 2011 tot aan de dag van de terugbetaling. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn krijgt X ook nog een immateriële schadevergoeding van € 2.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Den Haag

2

Gerelateerde artikelen