Belanghebbende X houdt alle aandelen in een holdingvennootschap. De afgelopen jaren is zijn rekening-courantschuld bij deze vennootschap sterk toegenomen. De inspecteur kwalificeert de toename in 2016 als een uitdeling waarover inkomstenbelasting moet worden betaald. X is het hiermee niet eens.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de toename van de rekening-courantschuld in 2016 terecht als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen. De opgenomen bedragen hebben het vermogen van de vennootschap definitief verlaten nu deze zijn gebruikt voor levensonderhoud en het betalen van belastingschulden. Bovendien beschikt X niet over een ander inkomen en zijn er geen stappen ondernomen tot verkoop van privébezittingen ter aflossing van de schuld. De rechtbank vindt verder dat aannemelijk is dat de vennootschap en X zich bewust waren of dat hadden moeten zijn dat de verstrekte gelden niet meer zouden worden terugbetaald en zodoende definitief aan de vennootschap zijn onttrokken. De rechtbank is daarom van oordeel dat ten aanzien van de opnamen in 2016 door X sprake is van een uitdeling die als regulier voordeel uit aanmerking belang in aanmerking moet worden genomen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 oktober