De vier hoogste bestuursrechters hebben het jaaroverzicht van de Commissie rechtseenheid bestuursrecht over 2021 gepubliceerd. De commissie heeft zich in 2021 over verschillende bestuursrechtelijke onderwerpen gebogen.

Net als in 2020 heeft de Commissie gesproken over de effecten van de coronamaatregelen op de besluitvorming, de behandeling van rechtszaken en de oplossingen die daarvoor zijn gekozen. Zo kwam aan de orde de sluiting van de gerechtsgebouwen op de zogenoemde redelijke termijn waarbinnen zaken moeten worden behandeld. Ook heeft de commissie gesproken over vaste rechtspraak die bepaalt dat de rechter uit eigen beweging (ambtshalve) beoordeelt of een bezwaar- of beroepschrift in een eerdere fase van de procedure op tijd is ingediend. De hoogste bestuursrechters hebben aanleiding gezien om die rechtspraak te verlaten. Daarnaast heeft de commissie zich gebogen over de vraag wanneer het een burger niet kan worden verweten dat hij te laat bezwaar heeft ingediend tegen een besluit dat is geplaatst in de Berichtenbox Mijn Overheid. Verder heeft de commissie gesproken over de mogelijkheid die de bestuursrechter heeft om, zonder toestemming van partijen, uitspraak te doen zonder het (hoger) beroep op een rechtszitting te behandelen.

De vier hoogste bestuursrechtelijke colleges zijn de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Hoge Raad. Zij overleggen regelmatig om de rechtseenheid in het bestuursrecht te bewaken en te bevorderen.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven

Editie: 14 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen