X heeft in de afgelopen tien jaar acht keer, waaronder het onderhavige jaar 2014, met succes bezwaar (en beroep) ingesteld tegen de WOZ-waarde van zijn woning. Volgens X is er daardoor sprake van herhaald onrechtmatig handelen door de heffingsambtenaar, hetgeen spanning en frustratie bij hem heeft opgeleverd. X verzoekt om een immateriële schadevergoeding van € 1000.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ondanks een jarenlange foutieve WOZ-waardering van zijn woning geen recht heeft op een schadevergoeding. In gevallen als het onderhavige zal er in de regel wel sprake zijn van meer of minder sterk psychisch onbehagen en van een zich gekwetst voelen door onrechtmatige besluiten van een bestuursorgaan. De rechtbank acht X er echter niet in geslaagd aannemelijk te maken dat hij zodanig heeft geleden onder de besluiten van de heffingsambtenaar dat er sprake is van geestelijk letsel dat bestaat uit ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer of op andere persoonlijkheidsrechten (vgl. HR 13 januari 1995, nr. 15.558, V-N 1995, blz. 699).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:88
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 22 april