De Hoge Raad arresten van 6 en 14 juni 2024 staan een andere vormgeving in de Wet werkelijk rendement box 3 – waarvan de invoering nog steeds op 1 januari 2027 staat – niet in de weg. Dit deelt staatssecretaris Idsinga van Financiën met de Kamer als reactie op vragen in het kader van het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Financiën over het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 en vragen over het bericht ‘Belastingdienst sluit nieuwe vermogenstaks in 2027 uit’.

Het oordeel van de Hoge Raad in de arresten van 6 en 14 juni 2024 zien op het huidige box 3-stelsel. Het heeft geen doorwerking naar het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. Naar aanleiding van de arresten wordt op dit moment gewerkt aan een tegenbewijsregeling voor de huidige box 3. De planning is om in het eerste kwartaal van 2025 het wetsvoorstel aanhangig te maken bij de Tweede Kamer, waarbij gekoerst wordt op inwerkingtreding per 1 juni 2025, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017.

De belangrijkste verschillen tussen de arresten van de Hoge Raad en het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 is dat in het wetsvoorstel kostenaftrek wel mogelijk wordt, net zoals verliesverrekening met andere jaren, en dat voor onroerende zaken en aandelen in startups en familiebedrijven een vermogenswinstbelasting geldt. Hierdoor wordt de waardeontwikkeling pas belast bij realisatie.

Er is veel aandacht voor de behandeling van de drie categorieën vastgoed onder het wetsvoorstel. De staatssecretaris gaat onder meer in op vragen over het gemengde gebruik van onroerende zaken (die voor minder dan 90% zijn verhuurd). De nettohuuropbrengst wordt hierbij belast als deze hoger is dan de vastgoedbijtelling. Verder geldt voor de waardestijging van een woning in box 3 dat de WOZ-waarde van het begin van het desbetreffende kalenderjaar moet worden vergeleken met de WOZ-waarde van het daaropvolgende kalenderjaar. Indien sprake is van aan- of verkoop van een woning wordt voorgesteld de waardeontwikkeling in het kalenderjaar tijdsevenredig te verdelen tussen verkoper en koper. De fiscale positie van de eigen woning – inclusief de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait – blijft ongewijzigd om de onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan.

Door de hersteloperatie naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 en 14 juni 2024 heeft de Belastingdienst niet voldoende capaciteit beschikbaar om het toekomstige box 3-stelsel te implementeren per 1 januari 2027. Daarom worden momenteel alternatieve invoeringsopties onderzocht. Hierbij geldt als uitgangspunt dat per 1 januari 2027 een nieuw box 3-stelsel wordt ingevoerd.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 10 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

1738

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen