Belanghebbende, X nv, is juridisch eigenaar van het gas- en elektriciteitsnetwerk in de gemeente Renswoude. Zij maakt bezwaar tegen een voorlopige aanslag precariobelasting, die echter is opgelegd aan de economisch eigenaar van de netwerken. Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de gemeente het bezwaar van X nv terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Hof Amsterdam oordeelt dat X nv als juridisch eigenaar geen rechtsmiddelen kan instellen tegen de aanslag precariobelasting die de gemeente heeft opgelegd aan de economisch eigenaar van de netwerken. De juridisch eigenaar kan niet worden beschouwd als ‘degene van wie vermogensbestanddelen zijn begrepen in het voorwerp van de belasting waarop de [aan [Y] opgelegde] voorlopige aanslag betrekking heeft' als bedoeld in art. 26a lid 2 AWR. Deze bepaling biedt X nv derhalve geen rechtsingang ter zake van de aan [Y] opgelegde voorlopige aanslag. X nv is ook niet draagplichtig voor (enig deel van) de in de voorlopige aanslag belichaamde belastingschuld van [Y]. Niet aannemelijk is dat uit de aan de economisch eigenaar opgelegde voorlopige aanslag voor X nv een aansprakelijkheid, betalingsverplichting of regres op haar kan voortvloeien, behoudens eventueel een op de voet van art. 49 IW 1990, maar daartegen kan zij dan zelf opkomen. Anders dan in het arrest BNB 2000/284 doet zich derhalve ook uit dezen hoofde niet een leemte in de rechtsbescherming voor.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 22 maart