Hof 's-Gravenhage is van oordeel dat geen sprake is van herstel van de toestand van voor de verkrijging, omdat verkoper rechtens en feitelijk niet opnieuw de volledige vrijheid heeft gekregen om als eigenaar over de onroerende zaak te beschikken.

Kopers komen met A bv overeen dat de laatste een onroerende zaak aan hen verkoopt en levert onder ontbindende voorwaarde. A bv verkoopt en levert de onroerende zaak later onder opschortende voorwaarde die gelijkluidend is aan de ontbindende voorwaarde. Na het inroepen van de ontbindende voorwaarden wordt de onroerende zaak op dezelfde dag geleverd aan een derde. Kopers vragen de eerder betaalde overdrachtsbelasting terug, welk verzoek wordt afgewezen. Rechtbank 's-Gravenhage beslist dat dit terecht is, omdat A bv vanwege de gelijktijdig gesloten verkoop onder opschortende voorwaarde vanaf het moment van intreden van de ontbindende voorwaarde nog steeds de (hernieuwde) verplichting had de onroerende zaak te leveren aan kopers of aan een door hen aan te wijzen derde. In geschil is of dit juist is. Hof 's-Gravenhage is van oordeel dat dit het geval is, omdat het enkel passeren van de onroerende zaak van het vermogen van A bv als gevolg van de inwerkingtreding van en het juridische gevolg geven aan de ontbindende voorwaarde daartoe onvoldoende is.  

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 16 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen