Het kabinet beraadt zich op dit moment over de vraag of de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wenselijk is, en zo ja, welk scenario dan de voorkeur heeft. Dit najaar wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de besluitvorming. Dat staat in een verslag van staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën van een schriftelijk overleg in de Eerste Kamer over de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.

Als wordt besloten tot omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting, gaat een gezondheidsdoelstelling gelden. Alcoholvrije dranken met weinig suiker worden dan minder belast dan nu, en dranken met veel suiker meer belast dan nu.

De huidige verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken heeft hoofdzakelijk een budgettair doel. Ook de verhoging per 1 januari 2024 had hoofdzakelijk een budgettair doel. In vergelijking met andere (EU-)landen waar een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken bestaat, is in Nederland de opbrengst – afgezet tegen de bevolking – fors. Van Oostenbruggen merkt hierover op dat ieder land zijn belastingen op een andere manier inricht en dat landen verschillende doelstellingen kunnen hebben.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 25 november

Informatiesoort: VN Vandaag

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen