Staatssecretaris Van Rij reageert op een conclusie van Advocaat-Generaal Niessen (V-N 2022/29.17)die beoogt dat de Hoge Raad zich in het algemeen belang uitspreekt over de wettelijke basis voor het verplichten van bepaalde belasting- en inhoudingsplichtigen om eHerkenning aan te schaffen bij een commerciële partij voor het doen van aangifte voor bepaalde (zakelijke) belastingmiddelen.

De A-G betoogt dat deze wettelijk basis bestaat en vordert daarom vernietiging van de uitspraak van Rechtbank Gelderland van 15 februari 2022 (V-N 2022/15.16).

Van Rij wil op geen enkele wijze vooruitlopen op het arrest van de Hoge Raad. Wel is hij van mening dat er een toereikende wettelijke basis is voor het verplichte gebruik van eHerkenning. De A-G komt eveneens tot deze conclusie. Het kabinet houdt daarom vooralsnog vast aan de overheidsbrede lijn van het gebruik van eHerkenning als authenticatiemiddel.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 30 augustus

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen