Een terugbetaling van fiscaal erkend kapitaal kan onder omstandigheden onbelast plaatsvinden. Dit is in lijn met de letter en de geest van de wet. Het kabinet ziet geen aanleiding voor de introductie van nieuwe maatregelen. Een eventuele beleidsmatige heroverweging is aan een volgend kabinet. Dit antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen van het Tweede Kamerlid Idsinga (NSC) over het NRC-artikel 'Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhouders miljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft'.
Om misbruiksituaties te voorkomen is een teruggaaf van fiscaal erkend kapitaal aan de aandeelhouder wél belast als een vennootschap winst(reserves) heeft. Dit is geregeld in art. 3 lid 1 onderdeel d Wet dividendbelasting 1965. In deze bepaling is echter ook een uitzondering opgenomen. Belastingheffing vindt niet plaats als na een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders er bij statutenwijziging een vermindering van de nominale waarde van de desbetreffende aandelen heeft plaatsgevonden. Dit is zo omdat er dan met zekerheid geen sprake is van een winstuitdeling maar van een daadwerkelijke teruggaaf van het fiscaal erkend kapitaal. Een dergelijke teruggaaf is daarom onbelast. Vanwege deze wettelijke uitzondering komt het voor dat bedrijven fiscaal erkend kapitaal eerst omzetten in nominaal aandelenkapitaal voordat een terugbetaling van kapitaal wordt gedaan. Bij deze omzetting gaat geen dividendbelastingclaim verloren, omdat de terugbetaling uit het (fiscaal erkend) kapitaal plaatsvindt. Dit kan een bedrijf niet onbeperkt blijven doen, omdat de omvang van het fiscaal erkend kapitaal eindig is.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 3
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Dividendbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 23 mei
Informatiesoort: VN Vandaag