De doelen die het kabinet nastreeft worden volgens de staatssecretaris bereikt met een aantal fundamentele kenmerken van het nieuwe stelsel. Ouders ontvangen een hoge inkomensafhankelijke vergoeding die rechtstreeks wordt betaald aan de kinderopvangorganisaties. Ook komt de verantwoordelijkheid voor het doorgeven van wijzigingen in het aantal opvanguren bij de kinderopvangorganisatie te liggen. Daarnaast leidt zowel de initiële als de periodieke toets op de voorwaarden, waaronder de arbeidseis, alleen tot gevolgen voor de toekomst en niet tot terugvorderingen bij de ouders.
Ouders betalen voortaan een ouderbijdrage die gelijk is aan 4% van het uurtarief tot ten hoogste de maximumprijs, vermenigvuldigd met het overeengekomen aantal uren per maand. Voor de meeste ouders dalen de kosten voor opvang in het nieuwe stelsel. Ook zal het niet-gebruik van een vergoeding waarschijnlijk afnemen.
Dienst Toeslagen is de verantwoordelijke uitvoerder van de verkennende fase waarin keuzes en stappen worden onderzocht die nodig zijn voor het doorontwikkelen van een uitvoerbaar stelsel. Na afronding van deze fase volgt (later in 2025) een weegmoment waarop expliciet besloten wordt over de verdere voortgang. Op dat moment wordt ook gekeken wanneer het wetvoorstel kan worden ingevoerd. Het kabinet beoogt het stelsel te laten landen in een wetsvoorstel dat in 2025 voor internetconsultatie kan worden opengesteld. Het kabinet streeft ernaar om de wet- en regelgeving voor 1 januari 2027 af te ronden.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Editie: 13 november
Informatiesoort: VN Vandaag