Het kabinet reageert op het onderzoek ‘Ongelijkheid en herverdeling’ (V-N 2022/24.18.1) waarin het CPB concludeert dat herverdeling voornamelijk het gevolg is van overheidsuitgaven en dat de belastingdruk voor de meeste inkomens gelijk is. De belastingdruk voor topinkomens is daarentegen substantieel lager dan voor andere inkomensgroepen.
Volgens het kabinet ondersteunen de uitkomsten van de studie het breed gedragen beeld dat er serieuze stappen nodig zijn om werk en vermogen gelijker te belasten.
Het kabinet is voorstander van een wereldwijd minimumtarief voor belasting op winst van 15%. In het coalitieakkoord is een aantal maatregelen aangekondigd om de ongelijkheid in belasting op arbeid en vermogen in Nederland meer in balans te brengen. Zo wordt de overdrachtsbelasting op niet-woningen verhoogd en werkt het kabinet aan een stelsel voor vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement. In de voorjaarsnota heeft het kabinet verdere maatregelen aangekondigd. Vanaf 2023 wordt de schijfgrens in de vennootschapsbelasting verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Daarnaast komt er een tweede schijf in box 2, het gebruikelijk loon voor directeur-grootaandeelhouders wordt verhoogd en zowel box 2 als box 3 gaan meetellen voor de algemene heffingskorting. Door deze aanpassingen zullen winst en inkomen uit vermogen meer worden belast. Dit brengt de belasting op arbeid en vermogen meer met elkaar in balans. In aanloop naar Prinsjesdag kijkt het kabinet naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Dossiers: Prinsjesdag 2022, Box 3
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 14 juni