De Staatssecretaris van Financiën heeft richting de Tweede Kamer de visie van het kabinet kenbaar gemaakt betreffende de strijd tegen belastingontwijking door internationale ondernemingen, met behoud van een goed vestigingsklimaat in Nederland. Dit in het licht van het oordeel van de Europese Commissie dat Nederland aan Starbucks een selectief voordeel heeft verleend.
De staatssecretaris stelt dat om belastingontwijking tegen te gaan en te zorgen voor een duurzaam level playing field, samenwerking tussen landen nodig is. Naast die samenwerking neemt het kabinet, daar waar Nederlandse wetgeving indruist tegen de internationale afspraken, zelf maatregelen om Nederlandse regelgeving en verdragen aan te passen. Naast het pro-actief aanpassen en de mogelijk gecoördineerde aanpak wil het kabinet bepaalde facetten van het Nederlandse beleid ook blijven uitdragen. Naar de mening van de staatssecretaris is een van de sterke kanten van het Nederlandse beleid het geven van zekerheid vooraf door de Nederlandse Belastingdienst. Dit kan door middel van rulings, zoals een APA of een ATR, waarbij binnen voor iedereen geldende wetgeving, beleid en jurisprudentie zekerheid vooraf kan worden gegeven aan ondernemingen over de wijze waarop de te betalen belasting zal worden vastgesteld. Met het oog op het krijgen van duidelijkheid en het krijgen van jurisprudentie over de toepassing van zekerheid vooraf door middel van rulings, tekent het kabinet beroep aan tegen het besluit van de Commissie in de Starbucks-zaak. Het kabinet vindt dat de Commissie niet overtuigend aantoont dat de Belastingdienst zou zijn afgeweken van de wettelijke regels en dat er sprake is van staatssteun.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 1 december