De Staatssecretaris van Financiën heeft het Kaderbesluit Motorrijtuigenbelasting (MRB) geactualiseerd. Onderdeel 5.1 Overgangsregeling oldtimers is gewijzigd zodat duidelijk is dat de naheffing bij overtreding van de overgangsregeling bij motorrijwielen, vrachtauto’s en autobussen op dezelfde wijze wordt berekend als bij personen- en bestelauto’s. Daarnaast zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd en zijn drie Kennisgroepstandpunten in het besluit verwerkt.
In onderdeel 5.3 Toepassing oldtimervrijstelling voor vrachtauto’s en autobussen na OVR is opgenomen hoe de overgang verloopt naar de oldtimervrijstelling voor vrachtauto’s en autobussen nadat de overgangsregeling voor oldtimers is beëindigd. Dit naar aanleiding van het Kennisgroepstandpunt van 23 november 2023, KG:013:2023:11, V-N 2023/55.24.11.
Verder is in onderdeel 9.1 Schending voorwaarden handelaarsregeling het beleid naar aanleiding van het Kennisgroepstandpunt van 14 juni 2024, KG:013:2024:4, V-N 2024/31.21 opgenomen. Dit gaat over de hoogte van de naheffing bij schending van de voorwaarden van de handelaarsregeling als er een bijzonder tarief of vrijstelling van toepassing was op het onderliggende motorrijtuig. In de onderdelen 9.2 en 9.3 wordt beschreven onder welke omstandigheden geen naheffing mogelijk is voor een geschorst motorrijtuig. Dit naar aanleiding van het Kennisgroepstandpunt van 14 juni 2024, KG:013:2024:3, V-N 2024/31.20.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 november 2024. Het vorige besluit van 3 november 2023, nr. 2023-200754, V-N 2023/56.19, is per die datum ingetrokken.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 76
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 69
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 84a