Naar aanleiding van vragen vanuit de Tweede Kamer gaat de Staatssecretaris van Financiën nader in op het begrip ‘kwaadwillendheid'.

De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Omtzigt (CDA) en Van Weyenberg (D66) over het uitstel van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties en over het begrip ‘kwaadwillendheid'. De beide Kamerleden zijn van mening dat de staatssecretaris verschillende definities van het begrip ‘kwaadwillendheid' hanteert en verzoeken de staatssecretaris daarom om duidelijkheid in dezen. De staatssecretaris reageert daarop met de mededeling dat de daadwerkelijke definitie in het Handboek Loonheffingen vermeld staat en dat die als volgt luidt:

"De Belastingdienst schort zijn repressieve handhaving van de Wet DBA op tot in ieder geval 1 januari 2018, tenzij u als kwaadwillend wordt gezien. Dat betekent dat u tot in ieder geval 1 januari 2018 géén correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen loonheffingen krijgt opgelegd, indien u een opdrachtnemer heeft ingehuurd en de Belastingdienst achteraf constateert dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. Ook kunt u daarvoor tot die tijd geen boetes van ons krijgen.

Let op! Het opschorten van de hiervoor genoemde repressieve handhaving geldt niet als u door de Belastingdienst als kwaadwillende wordt gezien. U bent kwaadwillend als u opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat u weet – of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast). De handhaving richt zich nu eerst op de ernstigste gevallen: situaties waarin partijen evident buiten het wettelijk kader treden. Het gaat daarbij dus niet om een zelfstandige professional bij wie er ruis is over de gezagsrelatie. Het gaat wel om gevallen waarin opdrachtgevers opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Daarbij kan worden gedacht aan situaties waarin sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijke ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting. Indien u als kwaadwillend wordt gezien, zal de Belastingdienst met ingang van 1 mei 2017 handhavend optreden. Dit betekent dat de Belastingdienst in geval van kwaadwillendheid correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen kan opleggen."

De staatssecretaris voegt daaraan toe dat het Handboek Loonheffingen de rechtskracht heeft van een beleidsbesluit.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 9 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen