De Staatssecretaris van Financiën heeft vragen van Kamerleden Aartsen (VVD), Rikkers-Oosterkamp (BBB) en Vijlbrief (D66) beantwoord over de handhavingsstrategie van de zachte landing bij de handhaving op schijnzelfstandigheid. Hieruit blijkt dat de staatssecretaris en de Belastingdienst geen signalen van opdrachtgevers en zelfstandigen krijgen dat de Belastingdienst niet handhaaft conform de afgesproken handhavingsstrategie met eerst een waarschuwing voordat een boekenonderzoek plaatsvindt. De staatssecretaris merkt daarbij op dat er, afgezien van het opleggen van correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen loonheffingen, geen wijzigingen zijn in de handhaving van schijnzelfstandigheid voor en na 1 januari 2025.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 10
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 februari
Informatiesoort: VN Vandaag