Rechtbank Gelderland oordeelt dat X U.A. niet als opsteller van de factuur kan worden beschouwd. De rechtbank stelt daarbij vast dat X U.A. met betrekking tot de schadevergoeding niet als belastingplichtige is aan te merken.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen BTW is verschuldigd op grond van art. 23 Wet OB 1968. De inspecteur kan dan niet bij haar naheffen. X bv is nooit eigenaar van de goederen geweest.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur met het overleggen van slechts schermafdrukken niet aannemelijk maakt dat de originele uitspraak op bezwaar naar het juiste adres van de accountant is gestuurd.

De voorzieningenrechter van Rechtbank Gelderland oordeelt dat het nieuw onderzoek naar de trust los staat van de andere beroepszaken, zodat niet wordt voldaan aan de eis van connexiteit.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de verkrijging van het aandeel in het vermogen van beleggingsmaatschap E. X bv verkrijgt namelijk zowel de juridische als de economische eigendom en niet alleen maar de economische eigendom.

De geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch wil van de inspecteur weten of hij bereid is om, in geschoonde vorm, stukken uit het dossier successierecht over het overlijden van A te overleggen, en een memo. Het hof geeft de inspecteur hier vier weken voor.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de adviseur van X toerekenbaar tekort is geschoten jegens hem. De adviseur heeft nagelaten om X te informeren dat het door hem behaalde transactieresultaat in de IB-heffing zou worden betrokken als hij gebruik zou maken van zijn voorkeursrecht tot koop.

Rechtbank Limburg oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen een schadevergoeding moet betalen vanwege de weigering om X na verbreking van haar relatie een persoonlijke betalingsregeling toe te kennen.

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.