Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heffingsgrondslag het verschil is tussen de inzetten en de prijzen, zodat duidelijk is dat de kansspelbelasting daar niet in zit. Door het tegen beter weten in blijven toepassen van de eigen berekeningsmethode heeft X bv vanaf medio 2016 dermate lichtvaardig gehandeld dat het aan haar grove schuld is te wijten dat te weinig belasting is voldaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).
X bv exploiteert kansspelautomaten in horecaondernemingen. X bv doet maandelijks aangifte voor de kansspelbelasting en voldoet deze. In 2016 constateert de inspecteur dat X bv te weinig voldoet. In plaats van 29% van de bruto-opbrengst, berekent X bv de verschuldigde belasting op 29/129-ste deel van de bruto-opbrengst. In geschil zijn de naheffingsaanslagen van in totaal € 743.973, alsmede de vergrijpboetes van € 56.137. Volgens Rechtbank Gelderland is in de bruto-spelopbrengst geen kansspelbelasting begrepen. De Wet KSB kent namelijk geen bepaling die vergelijkbaar is met art. 38 Wet OB 1968. De boetes worden wel gematigd tot in totaal € 14.000. Zowel X bv als de inspecteur gaan in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/3.1.5) oordeelt dat de heffingsgrondslag het verschil is tussen de inzetten en de prijzen, zodat duidelijk is dat de kansspelbelasting daar niet in zit. X bv beroept zich ook vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Het enkele feit dat diverse bv's dezelfde dga hebben, maakt niet dat een dga mag menen dat een uitlating van de Belastingdienst ten aanzien van één bv heeft te gelden voor al zijn bv's. De betreffende uitlating had bovendien slechts betrekking op de mogelijke pleitbaarheid van het tariefstandpunt van die bv. Door het tegen beter weten in blijven toepassen van de eigen berekeningsmethode heeft X bv vanaf medio 2016 dermate lichtvaardig gehandeld dat het aan haar grove schuld is te wijten dat te weinig belasting is voldaan. De boetes worden vastgesteld op totaal € 28.068. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Wet op de omzetbelasting 1968 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Kansspelbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 23 oktober
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief