X bv is eigenaar van een aantal kantoortorens in de gemeente Arnhem. In geschil is de hoogte van de WOZ-waarde 2012. Het geschil spitst zich toe op de vraag over de omvang van het leegstandsrisico bij de vaststelling van de kapitalisatiefactor.
Hof Arnhem-Leeuwarden volgt het standpunt van X bv dat de kapitalisatiefactor voor de kantoortorens moet worden verlaagd tot 4,31, in verband met het hoge feitelijke leegstandrisico. De heffingsambtenaar heeft een objectief leegstandsrisico bepaald, door ook de leegstand van de andere kantoorpanden in het kantorenpark in de berekening te betrekken. Het hof is echter met X bv van oordeel dat de andere kantoorpanden op het park qua uitstraling en ligging niet goed vergelijkbaar zijn met de kantoortorens van X bv. De verhuurbaarheid van de objecten van X bv is aanzienlijk slechter. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast. Het hof acht het door X bv berekende leegstandsrisico van 57% wel aannemelijk. Het hof vermindert de WOZ-waarde van vijf objecten, rekening houdend met een kapitalisatiefactor van 4,31. Het hoger beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 april