Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de ruimte waarin de echtgenote van X een kapsalon drijft niet kan worden aangemerkt als een zelfstandig WOZ-object als bedoeld in art. 16 aanhef en onder c Wet WOZ.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Valkenswaard. Een deel van de woning wordt door zijn echtgenote gebruikt als kapsalon. Dit deel beschikt over een eigen huisnummer. In geschil is of de kapsalon een zelfstandig WOZ-object vormt zoals de heffingsambtenaar van de gemeente stelt.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de ruimte waarin de echtgenote van X een kapsalon drijft niet kan worden aangemerkt als een zelfstandig WOZ-object als bedoeld in art. 16 aanhef en onder c Wet WOZ. De kapsalon is niet afzonderlijk afsluitbaar. Daarnaast beschikt de kapsalon niet over een toilet en zijn het woongedeelte en de kapsalon van elkaar afhankelijk voor de nutsvoorzieningen. Dat aan de kapsalon een apart huisnummer is toegekend, is niet relevant. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de WOZ-beschikking en aanslagen OZB en rioolheffing voor de kappersruimte.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16-c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 14 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen