X vof exploiteert een kapsalon. Er wordt meestal gewerkt op afspraak. Deze afspraken worden vermeld in een afsprakenboek en vanaf 2001 in het geautomatiseerde afrekensysteem. In het systeem staan onder meer de persoonlijke gegevens van klanten, de soort (deel)behandeling, alsmede de wijze en het tijdstip van betaling. In het kader van landelijke project "Knippen & Scheren" ontdekt de Belastingdienst dat het door X vof gebruikte systeem mogelijkheden biedt om te frauderen. In 2003 en 2004 wordt daarom bij X vof een backup van het systeem veilig gesteld. Volgens de inspecteur blijkt hieruit dat de "binnenlopers" (klanten zonder afspraak) stelselmatig handmatig uit het systeem worden verwijderd. In geschil is de naheffingsaanslag omzetbelasting, alsmede de vergrijpboete. Rechtbank Haarlem oordeelt dat vanwege het zorgvuldigheidsbeginsel er geen omkering van de bewijslast kan plaatsvinden vanaf 1 april 2003. De inspecteur had X vof namelijk op de hoogte moeten brengen van de noodzaak van het op de juiste wijze doorvoeren van de correctieboekingen en van de bewaarplicht van de daarop betrekking hebbende gegevens. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam (MK III, 2 februari 2012, P10/00649) oordeelt dat het primair de verantwoordelijkheid van X vof is om een administratie te voeren waaruit te allen tijde haar financiële rechten en verplichtingen blijken en deze administratie ook te bewaren. Een controleur is bij een boekenonderzoek niet verplicht om opmerkingen maken over de kwaliteit van de administratie en eventuele omissies. In casu was dat ook niet mogelijk, omdat de analyse door vakspecialisten enige tijd zou vergen en de aard en omvang van de gewiste gegevens voorshands dus onduidelijk was. De boete is door de rechtbank terecht verminderd tot 40%. X vof claimt vergeefs vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, aangezien aan de (middellijke) vennoten in andere samenhangende procedures inmiddels een dergelijke vergoeding is toegekend. Het beroep van de inspecteur is gegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 8 april