Rechtbank Gelderland oordeelt dat de naheffingen verbruiksbelasting en btw terecht zijn omdat de heer X de feitelijke beschikkingsmacht over de pruimtabak heeft gehad zonder dat sprake was van een Vergunning inrichting verbuiksbelastinggoederen.

Belanghebbende, de heer X, handelt in Makla. Makla is pruimtabak die in België wordt gemaakt. In 2011 en 2012 koopt X grote hoeveelheden uit België in en levert die door aan afnemers in België. In geschil zijn de naheffingsaanslagen verbruiksbelasting (€ 560.132) en btw (€ 383.189). X beschikte volgens de inspecteur ten onrechte niet over een Vergunning inrichting verbuiksbelastinggoederen (VIV). X stelt dat geen sprake is geweest van uitslag omdat hij de pruimtabak niet voorhanden had maar slechts vervoerde.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de naheffingen terecht zijn omdat X de feitelijke beschikkingsmacht over de pruimtabak heeft gehad zonder dat sprake was van een VIV. De pruimtabak is aan X als ondernemer geleverd zonder dat is gebleken dat hierover belastingen zijn voldaan. X heeft de pruimtabak voor kortere of langere tijd opgeslagen en vervolgens weer doorgeleverd. De verklaringen van de Belgische afnemers dat zij de pruimtabak van X hebben ontvangen, zijn niet voldoende omdat de leveringen niet zijn bevestigd door de Belgische Belastingdienst. X is zich er redelijkerwijze van bewust geweest dat geen belastingen waren voldaan. X stelt vergeefs dat hij slechts een katvanger was en zich niet bewust was van het feit dat er iets mis zat. X had, zoals het een voorzichtig marktdeelnemer betaamt, ter zake deskundig advies moeten inwinnen. Het is ook niet komen vast te staan dat de inspecteur op enig moment onjuiste informatie aan X heeft verstrekt. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Accijns en verbruiksbelastingen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 23 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen