X wordt door de inspecteur geïdentificeerd als rekeninghoudster van een KB Lux-rekening. X ontkent echter dat zij een rekening heeft aangehouden bij de KB Lux. De inspecteur legt IB- en VB-(navorderings)aanslagen over de jaren 1990 - 2004 op aan X. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inhoud van de microfiches, op basis waarvan X is geïdentificeerd als rekeninghoudster, betrouwbaar is. Volgens de rechtbank is niet van belang dat de microfiches zijn gestolen. Verder merkt de rechtbank op dat een groot aantal van de KB Lux-rekeninghouders naar aanleiding van deze gegevens openheid van zaken heeft gegeven en dat daarbij niet is gebleken dat de informatie onbetrouwbaar was. De rechtbank verwerpt verder de stelling van X dat de aanslagen niet voortvarend genoeg zijn opgelegd. Tussen het laatste contact van de inspecteur met de gemachtigde van X en het opleggen van de aanslagen, waarbij de verlengde navorderingstermijn een rol speelde, was namelijk minder dan zes maanden verstreken. Het gelijk is aan de inspecteur.
Hof Amsterdam stelt vast dat X ter zitting van de rechtbank de grieven met betrekking tot de gestelde onrechtmatige verkrijging van de microfiches uitdrukkelijk en ondubbelzinnig heeft ingetrokken. Volgens het hof moet er dan ook van worden uitgegaan dat de microfiches rechtmatig door de Belastingdienst zijn verkregen. Ook heeft X de grieven met betrekking tot de ‘omkering van de bewijslast' en de redelijke schatting van de berekening uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ingetrokken. Vervolgens volgt het hof het oordeel van de rechtbank over de identificatie van X als rekeninghoudster, zodat vaststaat dat X per 31 januari 1994 rekeninghoudster van een KB Lux-rekening, met een aanzienlijk saldo, was. Volgens het hof zijn de aanslagen terecht opgelegd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3