Hof Amsterdam beslist dat sprake is van een redelijkerwijs kenbare automatiseringsfout in de zin van art. 16 AWR op grond waarvan een herzieningsbeschikking persoonsgebonden aftrek mogelijk is.

X heeft een opleiding tot verkeersvlieger gevolgd en heeft voor de gemaakte kosten in de jaren 2007 tot en met 2010 scholingsuitgaven in zijn aangiften ib/pvv opgenomen. In het jaar 2010 voert X in zijn aangifte ib/pvv een restant persoonsgebonden aftrek op van € 116 176. De inspecteur meldt X dat hij van plan is om dit bedrag te corrigeren. Met dagtekening 3 mei 2013 is de aanslag ib/pvv 2010 vastgesteld. Daarbij is bij beschikking het bedrag van de in de volgende jaren nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek vastgesteld op € 201 590. Bij de in geschil zijnde beschikking van 29 juni 2013 corrigeert de inspecteur het bedrag van de te verrekenen persoonsgebonden aftrek en stelt dit vast op € 86 111. Naar aanleiding van het bezwaar van X wordt dit bedrag vastgesteld op € 86 709. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.

Hof Amsterdam beslist dat sprake is van een bij de (primitieve) aanslagregeling gemaakte fout in de zin van artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdeel c, AWR op grond waarvan een herziening in de zin van artikel 6.2a, derde lid, Wet IB 2001 mogelijk is. Voorafgaand aan het vaststellen en opleggen van de primitieve aanslag hebben partijen gecorrespondeerd over de hoogte van het restant persoonsgebonden aftrek die, in de visie van X, zou neerkomen op een bedrag van € 86 709. Het hof hecht geloof aan de verklaringen van de inspecteur dat bij de aanslagregeling de juiste bedragen zijn ingetoetst, maar dat deze bedragen door een (software)fout in het geautomatiseerde systeem niet juist zijn verwerkt in de in geschil zijnde beschikking. Dat de ter illustratie ingebrachte schermprints enige tijd later zijn opgemaakt doet aan de geloofwaardigheid ervan niet af. Nu het (gelijktijdig met de primitieve aanslag) bij beschikking vastgestelde bedrag van (€ 201 590) ten minste 30% hoger is dan het bedrag dat uit de belastingwet voortvloeit (€ 86 709), geldt dat de bij het vaststellen van de aanslagregeling gemaakte fout voor X kenbaar is. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16 lid 2

Wet inkomstenbelasting 2001 6.2a lid 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 februari

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen