Bij het bepalen van de verlengstukwinst van een coöperatie zijn uitsluitend de opbrengsten en kosten uit het onderhavige jaar van belang. Voor het toerekenen van kosten aan prestaties jegens de leden, kunnen de kosten in het jaar gesplitst worden naar rato van de opbrengsten uit de royalty’s van de leden en derden. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep bijzondere winstbepalingen VPB.
Bij een coöperatie is de vraag opgekomen in hoeverre de fiscale winst aftrekbaar aan haar leden kan worden uitgekeerd. De verlengstukwinst van een coöperatie wordt buiten de heffing gehouden en wordt forfaitair bepaald. Voor het bepalen van de verlengstukwinst moet een splitsing worden gemaakt tussen de ledenkosten en de overige kosten. In de aan de kennisgroep voorgelegde casus is geen kostensplitsing te maken, terwijl dit voor de opbrengsten wel kan. De prestaties jegens de leden bestaan bij de coöperatie uit het ter beschikking stellen van een activum tegen betaling van royalty’s. Voor het bepalen van de verlengstukwinst kunnen de kosten worden gesplitst naar rato van de opbrengsten uit de royalty’s van leden en derden.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 9
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 17 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag