Het geld dat een deelnemer heeft gestort in het depositofonds voor uitvaartgelden is niet vrijgesteld in box 3, omdat geen sprake is van een levensverzekering. De deelnemer heeft een vorderingsrecht op de stichting. Dit vorderingsrecht wordt als overige bezitting in aanmerking genomen in box 3. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

Het gaat om een uitvaartondernemer die naast haar ondernemingsstructuur een stichting heeft. De stichting biedt deelnemers de mogelijkheid om een bedrag te storten op een bankrekening op naam van de stichting. Het is de bedoeling om het gestorte bedrag en de rente daarover te gebruiken voor de financiering van de uitvaart van de deelnemer. Er is geen sprake van een naturadekking, maar van een uitkering in geld. Het is mogelijk om de begrafenis door een andere uitvaartonderneming te laten verzorgen. De stichting noemt de bankrekening een depositofonds. Het huishoudelijk reglement bepaalt onder andere dat opnames tijdens leven niet mogelijk zijn, de stichting jaarlijks een rente vergoedt over de gestorte bedragen en dat het saldo wordt aangewend om de kosten van de uitvaart van de deelnemer geheel of gedeeltelijk te voldoen. Een eventueel restant na uitbetaling van de kosten van de uitvaart wordt aan de nabestaanden van de deelnemer uitbetaald.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.10

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 10 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen