Het invorderen van een conserverende aanslag in verband met een dividenduitkering levert geen strijd op met de goede verdragstrouw. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep invordering & civiel recht.

X, die alle aandelen houdt in een BV, is naar Spanje geëmigreerd. De inspecteur legt een conserverende aanslag IB op waarin het te conserveren inkomen uit aanmerkelijk belang is vastgesteld. De ontvanger verleent uitstel van betaling voor deze aanslag. Op grond van art. 25 lid 8 onderdeel b IW 1990 wordt het uitstel van betaling onder andere beëindigd als dividend aan een belastingschuldige wordt uitgekeerd. In dit geval is twee jaar na emigratie dividend uitgekeerd aan X. Het verleende uitstel wordt om die reden deels beëindigd. Op grond van art. 10 lid 2 Belastingverdrag Nederland-Spanje mag Nederland niet meer dan 15% heffen over dividenden die zijn uitgekeerd door een in Nederland gevestigde vennootschap aan een inwoner van Spanje. X stelt dat invordering van de conserverende aanslag voor meer dan 15% over het bedrag aan dividend in strijd is met de goede verdragstrouw.

Volgens de Kennisgroep is bij de intrekking van het verleende uitstel geen sprake van heffing van belasting over de dividenduitkering, maar van invordering van een openstaande belastingschuld over de waardeaangroei van het aanmerkelijk belang gedurende de binnenlandse periode. Over een dividenduitkering mag Nederland maximaal 15% belasting heffen.

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 10

Wet inkomstenbelasting 2001 4.16

Invorderingswet 1990 25

[Nieuwsbron]

Rubriek: Invordering, Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 17 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen