Een navorderingsaanslag erfbelasting wordt bij een erfgenaam in de aanslag IB als box 3-schuld in aanmerking genomen vanaf de eerste peildatum na overlijden van de erflater. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.
Het moet gaan om een (nog) niet geformaliseerde erfbelastingschuld die is of waarschijnlijk zal worden nagevorderd. Indien de navorderingstermijn is verstreken, is geen sprake van een na te vorderen materiële belastingschuld.
Indien navordering of ambtshalve vermindering in de inkomstenbelasting bij de erfgenamen niet voor alle jaren mogelijk is, wordt de schuld in aanmerking genomen vanaf de peildatum van het oudste jaar waarover navordering of ambtshalve vermindering mogelijk is.
De schuld wordt in aanmerking genomen voor zover deze betrekking heeft op de voorafgaande jaren. De nominale belastingrente (tot 1 januari 2013: heffingsrente) en invorderingsrente worden in aanmerking genomen voor zover deze zijn opgekomen in de jaren voorafgaand aan de peildatum.
Aanleiding van het standpunt is een erflater die een deel van zijn vermogen in het buitenland had aangehouden. Na het overlijden van erflater heeft de Belastingdienst informatie ontvangen over dit vermogen. Omdat dit gevolgen heeft voor de omvang van de nalatenschap is aan iedere erfgenaam een navorderingsaanslag erfbelasting opgelegd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.19
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 24 maart
Informatiesoort: VN Vandaag