Een onbelaste compartimenteringsreserve kan verminderd worden met het bedrag van een dividenduitkering ontvangen in een periode waarin de deelnemingsvrijstelling van toepassing is, indien aannemelijk wordt gemaakt dat de dividenduitkering afkomstig is uit de periode waar de onbelaste compartimenteringsreserve betrekking op heeft. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep deelnemingsvrijstelling.

X houdt aandelen in Y. Op dit belang is afwisselend (periode 1: wel, periode 2: niet, periode 3: wel) de deelnemingsvrijstelling van toepassing. X heeft hierdoor twee compartimenteringsreserves gevormd. De onbelaste compartimenteringsreserve ziet op periode 1 en de belaste compartimenteringsreserve op periode 2. In periode 3 ontvangt X een dividenduitkering die exact gelijk is aan de hoogte van de onbelaste compartimenteringsreserve. Dat de hoogte gelijk is kan een aanwijzing zijn dat de dividenduitkering geput is uit de winst over periode 1. Indien X aannemelijk maakt dat de dividenduitkering afkomstig is uit de winst over periode 1, kan de onbelaste compartimenteringsreserve verminderd worden met het bedrag van de dividenduitkering zonder dat dit tot een toevoeging aan de winst leidt.

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28c

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 13 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen