De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting stelt dat de toegestane einddatum van een overbruggingslijfrente afhankelijk is van de ingangsdatum van de pensioenregeling en de AOW-gerechtigde leeftijd van een belastingplichtige. Als na het afsluiten van de overbruggingslijfrente uitstel van de ingangsdatum van de pensioensregeling wordt overeengekomen is de overbruggingslijfrente belast en wordt er revisierente is rekening gebracht.

Aan de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting zijn twee vragen gesteld over een overbruggingslijfrente. De eerste vraag behandelt de vraag in welke situaties het is toegestaan dat de einddatum van de overbruggingslijfrentetermijnen ligt in het jaar waarin de belastingplichtige de leeftijd van 60 jaar bereikt. De tweede vraag behandelt de vraag wat de gevolgen zijn als een belastingplichtige na het afsluiten van een overbruggingslijfrente alsnog met de pensioenuitvoerder overeenkomt de pensioeningangsdatum uit te stellen?

Wat betreft de eerste vraag stelt de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting dat de toegestane einddatum van de overbruggingslijfrenten afhankelijk is van het moment waarop een belastingplichtige: 1) gerechtigd is om een uitkering op grond van een pensioenregeling te ontvangen oftewel de ingangsdatum van het pensioen of 2) de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt (zie ook onderdelen A en B van het kennisgroepstandpunt). Als de einddatum van een overbruggingslijfrente afwijkt van de ingangsdatum van de pensioenregeling of de AOW-gerechtigde leeftijd van de belastingplichtige is de einddatum van de overbruggingslijfrente fiscaal niet toegestaan en worden belast in box 1 (zie onderdeel C van het kennisgroepstandpunt).

Ten aanzien van de tweede vraag stelt de kennisgroep dat als de belastingplichtige na het ingaan van de overbruggingslijfrente alsnog de pensioeningangsdatum uitstelt de overbruggingslijfrente niet meer voldoet aan de voorwaarden van art. 3.125 lid 1 sub c Wet IB 2001. De waarde van de overbruggingslijfrente is dan belast in box 1 op basis van art. 3.133 Wet IB 2001.  Daarnaast is er ook revisierente verschuldigd.

Lees ook het thema Lijfrenten.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.133

Wet inkomstenbelasting 2001 3.125

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30i

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Invordering, Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 5 juli

47

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen