De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft voor twee situaties aangegeven dat de regeling voor aflopende deelnemingen van toepassing is na de indeplaatstreding onder de doorschuiffaciliteit van art. X WFKR.

A BV houdt een belang van 6% in Z. Z is een naar buitenlands recht opgerichte, aan de Nederlandse VPB onderworpen CV-achtige. In 2024 kwalificeert Z als open CV. A BV kwalificeert als commanditaire vennoot. Z houdt al meer dan een jaar alle aandelen in B BV. Op het belang in B BV is bij Z gedurende deze periode onafgebroken de deelnemingsvrijstelling van toepassing geweest. Op 1 november 2024 verkoopt A BV 2% van haar belang in Z, waarna een belang van 4% resteert. Als gevolg van het toepassen van de doorschuiffaciliteit WFKR treedt A BV per 1 januari 2025 in de plaats van Z. In de loop van 2025 verkoopt A BV haar resterende belang in Z.

Op het voordeel uit hoofde van de verkoop van het resterende belang in 2025 is bij A BV de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Fiscaal vormen de aandelen in B BV bij A BV vanaf 1 januari 2025 een zogenoemde ‘aflopende deelneming’. Dit is ook het geval als A BV 2% van haar belang in Z op 1 februari 2025 verkoopt in plaats van op 1 november 2024, waarna weer een belang van 4% resteert, en A BV in de loop van 2026 haar resterende belang in Z verkoopt. A BV treedt in beide situaties in de plaats van Z. Hoewel het belang in B BV bij A BV vanaf de genoemde data niet als een deelneming wordt aangemerkt blijft de deelnemingsvrijstelling vanaf die data nog gedurende een periode van maximaal drie jaar van toepassing.

Wetsartikelen:

Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen X

Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen IX

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 13

[Nieuwsbron]

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

144

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen