Het uitbaggeren en daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals het afvoeren van baggerspecie zijn geen werkzaamheden in internationaal verkeer als bedoeld in art. 16 lid 3 Verdrag Nederland-Luxemburg. Dat stelt de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag.

Schepen van een in Luxemburg gevestigde onderneming worden zowel in Nederland als in landen buiten Nederland ingezet voor het uitbaggeren van wateren alsmede daaraan gerelateerde werkzaamheden zoals het afvoeren van baggerspecie. De vraag is of op het uitbaggeren en daaraan gerelateerde werkzaamheden, zoals het afvoeren van baggerspecie het genoemde artikel van toepassing is. Dit artikel wijst het heffingsrecht over beloningen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig in internationaal verkeer, of aan boord van een schip dat dient voor vervoer in de binnenwateren, exclusief toe aan de verdragsstaat waarvan de genieter van de beloning inwoner is. Hoewel in art. 16 lid 3 Verdrag Nederland-Luxemburg gesproken wordt over ‘internationaal verkeer’, ontbreekt een definitie daarvan. Het Verdrag met Luxemburg is gebaseerd is op het OESO-Modelverdrag 1963. Een definitie van internationaal verkeer is voor het eerst opgenomen in het OESO-Modelverdrag 1977.

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 16

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen