Het aanvangstijdstip voor de toepassing van de eerste standaardvoorwaarde van het Besluit geruisloze omzetting is volgens de Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek gelijk aan de civielrechtelijke oprichtingsdatum van de BV.

Het aanvangstijdstip voor de toepassing van de eerste standaardvoorwaarde van het Besluit geruisloze omzetting is volgens de Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek gelijk aan de civielrechtelijke oprichtingsdatum van de BV.

X is van plan zijn voor eigen rekening en risico gedreven onderneming geruisloos in te brengen in een BV. X tekent op 25 september 2023 een intentieverklaring. Daarin is opgenomen dat de inbreng terugwerkt naar 1 januari 2023. Op 1 februari 2024 vindt de civielrechtelijke oprichting van de BV en inbreng van de onderneming plaats.

Als aanvangstijdstip geldt de civielrechtelijke oprichtingsdatum van de BV. Pas bij oprichting is sprake van inbreng van een onderneming. In de toelichting op de eerste standaardvoorwaarde staat met zoveel woorden dat het gaat om de periode vanaf de totstandkoming van de vennootschap en de inbreng van de onderneming. Dit kan volgens de kennisgroep niet anders worden gelezen dan dat dit het moment is waarop de notariële oprichtingsakte passeert. Bovendien zijn pas vanaf dat moment de aandelen vervreemd die vervreemd zouden kunnen worden.

Lees ook het thema Omzetting: van IB-onderneming naar bv.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.65

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 18 september

Informatiesoort: VN Vandaag

396

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen