Voor de bepaling van de waarde van een VvE-lidmaatschapsrecht op de peildatum voor box 3 mag het banksaldo van de VvE niet worden verminderd met het bedrag voor een verstrekte opdracht voor onderhoudswerkzaamheden. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

De voorzitter van een VvE heeft aan het einde van het kalenderjaar, na instemming van de VvE, een opdracht voor onderhoudswerkzaamheden aan een aannemer verstrekt voor een bedrag van € 40.000. Conform de afspraak hebben de werkzaamheden en betalingen in het daaropvolgende kalenderjaar plaatsgevonden. Voor de bepaling van de waarde van het lidmaatschapsrecht mag op de peildatum voor box 3 het banksaldo van de VvE dus niet worden verminderd met de verstrekte opdracht voor onderhoudswerkzaamheden van € 40.000. Het bedrag heeft nog niet het vermogen van de VvE verlaten. De kennisgroep merkt op dat in het Belastingplan 2024 is geregeld dat met terugwerkende kracht tot 1 januari 2023 het aandeel in een VvE-reservefonds tot de categorie ‘banktegoeden’ behoort.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Wet inkomstenbelasting 2001 5.19

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 15 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

345

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen